NIEUWS
Nieuws
“Is Ontwikkelingssamenwerking nog van deze tijd?”
Themamiddag: Verleden, heden en toekomst ontwikkelingssamenwerking
Tevens heeft de werkgroep toen aan diverse mensen uit Nederland, maar ook uit Ghana, gevraagd, om hun ervaringen met ontwikkelingssamenwerking op te schrijven. En om tegelijk ook een antwoord te geven op de vraag:
“Moet de werkgroep haar 40-jarig bestaan wel/niet vieren?”
We hebben de schrijvers zelf de keus gelaten hoe zij hun voorkeur verwerken in hun tekst. En aan u de keus om de verhalen te lezen en voor u zelf uit te maken waar u voor kiest. Ruim 20 personen hebben gehoor gegeven aan deze oproep en teksten ingeleverd.
U vindt ze hieronder.
Pastor Agaath Erich, RK Kerk der Triniteit Roden, tevens Missiesecretaris van het bisdom Groningen-Leeuwarden.
Ik denk dat het altijd goed is om iets dergelijks te
vieren, zeker wanneer je het gepaard laat gaan met de spannende vraag:
Is ontwikkelingssamenwerking nog wel van deze tijd?
Want dat is inderdaad de vraag.
Landelijk en regionaal ben ik actief in het bestuur van de Vastenactie. Jaarlijks voert zij actie tijdens de Vastentijd in aanloop naar Pasen. Er wordt veel energie in gestoken vanuit onze kant, net zoals bij de Ghana-werkgroep. Projecten in allerlei landen; projecten van allerlei snit.
De insteek is de laatste jaren steeds meer: de wederkerigheid.
Wij ondersteunen elders iets, wat mensen zelfstandig kunnen opbouwen en uitvoeren. Liefst een project dat de zelfredzaamheid en bestaanszekerheid vergroot.
Daarnaast komt er steeds meer aandacht voor de vraag: en hoe gaat het dan bij ons? Waar zitten onze problemen?
Wat betreft: Stikstof, klimaat, mestproblematiek, wonen ed.
Op informatiedagen zie je nu: uitleg over het project elders en daarnaast een workshop over circulaire landbouw hier….
Dit benadrukt de visie: we zijn samen één wereld, en we moeten het samen zien te redden.
Dan krijgt het woord “ontwikkelingssamenwerking” een heel andere inhoud. Minder hulpverlening, meer samen zaken anders aanpakken en elkaar op nieuwe gedachten brengen.
Arie van Klei, Voorzitter Roder Boekenmarkt
Begin jaren 80 in de vorige eeuw werden er veel informatie- en actiebijeenkomsten georganiseerd om aandacht te vragen voor ontwikkelingen in de derde wereld. In de oude Winsinghhof stonden Apartheid, El Salvador, Outspan en diverse dictators vaak in het centrum van de belangstelling. Ook werden de macht van de multinationals en de protectionistische invoerregels van Nederlandse en Europese markt nader belicht. De bewustwording op het gebied van de Noord-Zuid verhoudingen kreeg ook aandacht in het bestuursprogramma van de gemeente. Er kwam een subsidieregeling van 25 cent per inwoner en de Ghanawerkgroep werd opgericht om een en ander concreet handen en voeten te geven.
Later werd samen met de Stichting Oostwest Kontakten de eerste boekenmarkt georganiseerd. De opbrengst werd over de beide stichtingen verdeeld.
De Ghanawerkgroep was in staat om door middel van fondswerving deze bedragen te vergroten voor projecten in Ghana. Een goede publiciteit zorgde voor een constante aandacht voor de successen van deze directe vorm van ontwikkelingssamenwerking met weinig schijven.
Als Roder Boekenmarkt hebben wij altijd met plezier een financiële bijdrage geleverd aan de Ghana werkgroep. De bereikte successen in 40 jaar mogen zeker gevierd worden en in een tijd dat ons kabinet de ontwikkelingssamenwerking afbreekt is bewustwording nog steeds heel belangrijk.
De Roder Boekenmarkt feliciteert de Ghanawerkgroep met dit jubileum en met de behaalde resultaten. Dit is zeker een feestje waard.
Bart Niezen, voormalig werkgroep lid
De eerste tien leden van de Ghana werkgroep waren bekwame mensen, maar ten aanzien van de opdracht waren het ook goedwillende onbenullen. Ik hoorde daarbij.
Gelukkig kwam een lopend ecologisch landbouwproject in Ghana uit de lucht vallen en dat konden wij steunen. De projectleider was onze latere vriend Franz Zemp.
Wij concludeerden eens, na lang discussiëren, dat hij een kortegolfradio met recorder nodig had. Ik ben toen bijna door Bert Mulder persoonlijk zijn winkel uitgeschopt nadat ik hem uitlegde dat hij die gratis beschikbaar moest stellen.
Later bleek trouwens dat Franz zo’n radio helemaal niet wilde hebben.
Wel zat hij verlegen om een voortrein (wielophanging met aandrijfassen enz.) voor zijn Toyota pick-up (type zoveel).
Een kolfje naar onze hand!?
Met mijn vriend Adri naar Col Collewijn in Nuis.
Daar stond zo’n Toyota, Col was blind maar hij legde de aanpak uit en gaf ons specifiek gereedschap mee.
Verbluft gingen wij aan de slag, dat wil zeggen, ik deed dat en Adri stond met zijn twee linkerhanden diep in de zakken te jammeren dat dit niks werd.
Na enige pogingen, toen mijn broek onder de smurrie zat, mijn handen pikzwart waren met ook nog drie bloedende knokkels, zijn we stilletjes afgedropen.
Bij een bedrijf Used Car Parts konden wij uiteindelijk voor veel geld een losse en schoongemaakte voortrein kopen maar tegen een zeer stevige prijs. Deze naar Tamale in Ghana gestuurd. Franz heeft hem daar weggehaald en ons bedankt voor alle moeite.
Haha, dus project toch geslaagd!!??
De voortrein paste niet, hij was onbruikbaar.
We waren 900 gulden armer, 20% van het jaarbudget.
Slecht gedaan, maar gelukkig wel wijzer geworden.
Bart
Bouke Plat
Zo ook het 40 jarig bestaan van de Ghana Werkgroep. Goed werk moet altijd gevierd worden, al helemaal als het door vrijwilligers gedreven wordt.
En daar komt direct het mooie met de uitdaging samen:
de afhankelijkheid van vrijwilligers.
Veel ontwikkelingssamenwerking wordt gedragen door vrijwilligers en vrijwillige donateurs en dat is fantastisch.
Maar er is te weinig structurele hulp en ontwikkelingssamenwerking is bij onze (rechtse) overheid vaak een eerste post waar bij bezuinigingen naar gekeken wordt.
Laten we een voorbeeld nemen aan Denemarken, Zweden, Noorwegen, Luxemburg en ook Duitsland waar een veel groter deel van het BNP naar ontwikkelingssamenwerking gaat.
En daarnaast trots zijn en blijven op al onze vrijwilligers en ook in de spiegel blijven kijken of jezelf wat kan bijdragen.
Zo heb ik in 2020 (voor de zorg), 2021 (voor de overstroming in Limburg) en 2022 (voor Oekraïne) donaties opgehaald door kilometers te fietsen.
Geld inzamelen voor een goed doel en fit blijven, een win-win situatie. Het wordt tijd voor een nieuw doel…. de Ghana werkgroep wellicht?
Cyprus Nii Sackey, Ghanese gids
Mijn naam is Cyprus Nii Sackey. Ik ben een Ghanees, een professionele gids en een vrijwilliger in gemeenschapsontwikkeling in Ghana. Ik ben al meer dan 20 jaar betrokken bij ontwikkelings-samenwerking in kleine projecten en programma’s.
Ontwikkelingssamenwerking heeft een enorme bijdrage geleverd aan de achtergestelde gemeenschappen in mijn land en uit mijn persoonlijke ervaring is gebleken dat kleine projecten die door de gemeenschappen zelf, of georganiseerde groepen binnen die gemeenschappen zijn gekozen en beheerd, meer succes hebben gehad. Helaas heb ik ook veel projecten zien mislukken als gevolg van het opleggen van projecten, projecten die groter waren dan geselecteerde gemeenschappen, enz.
Ik heb van veel Ghanese en Europese vrienden argumenten gehoord tegen ontwikkelingssamenwerking die afhankelijkheid creëert, zelfredzaamheid ondermijnt, wanbeheer en corruptie in de hand werkt, enz. Dit zijn oprechte en bewezen zorgen, ik heb altijd geloofd, dat als donoren kleine of microprojecten overwegen en rechtstreeks contact houden met de ontvanger, de kans op succes groot is.
De activiteiten van de Ghana-werkgroep (Roden) in mijn land zijn het soort ontwikkelingssamenwerking dat slaagt. 19 Jaar geleden werd ik ingehuurd als reisleider om met enkele leden van de Ghana-werkgroep allerlei gemeenschappen in het uiterste noorden van Ghana te bezoeken waar ze projecten hebben. Ik vroeg me af hoe en waarom ze ervoor kozen om naar zulke plaatsen te gaan, maar na die reis in november 2005, realiseerde ik me wat ze 21 jaar voorafgaand aan onze ontmoeting hebben uitgespookt. Als gids rijd ik nog steeds langs enkele van hun projecten en gemeenschappen, waarbij ze betrokken zijn geweest.
40 Jaar hard werk en toewijding van de Ghana-werkgroep om het leven van achtergestelde gemeenschappen positief te veranderen en vrouwengroepen in Ghana te versterken, waarvan ik al bijna 20 jaar getuige ben, ECHT de moeite waard om te vieren.
Cyprus
Hannah Bukari, projectleider noord Ghana
Graag stuur ik mijn hartelijke felicitaties met het 40 jarig bestaan van de Ghana Werkgroep. Onze partnerschap was een bron van immense trots en vreugde voor mij en ik ben erg enthousiast en verheugd over de opmerkelijke reis die wij gedeeld hebben.
In het laatste decennium heeft onze samenwerking belangrijke positieve resultaten opgeleverd op het gebied van gemeenschapsontwikkeling, het versterken van de invloed van vrouwen (vrouwenemancipatie) en persoonlijke groei.
In termen van gemeenschapsontwikkeling hebben onze gezamenlijke inspanningen geleid tot aanzienlijke verbeteringen in het leven van velen. Het varkens initiatief verschafte niet alleen een belangrijke bron van inkomen, maar versterkte vrouwen ook door het “Women in Pigs Farming” initiatief. De put die we boorden heeft toegang verschaft tot schoon drinkwater voor de gemeenschap, waardoor de gezondheid verbeterde en de last, om toegang tot het verkrijgen van water, verminderde.
Bovendien hebben het geitenproject, het project graan voor iedereen en de graanmolens bijgedragen aan het verminderen van armoede en aan het geven van voedselzekerheid, door het geven van mogelijkheden aan de jeugd en door toegang tot essentiële voeding te bewerkstellingen.
Ons partnerschap was ook behulpzaam bij de vrouwenemancipatie. Door onze gezamenlijke inspanningen hebben we educatie voor vrouwen opgezet en ze bewust gemaakt van belangrijke onderwerpen als mensenrechten, kind huwelijken, gender gebaseerd geweld en vrede stichten.
Dit heeft hen geholpen om weloverwogen beslissingen te nemen, voor hun rechten op te komen en betekenisvol bij te dragen aan hun gemeenschappen.
Het werken met de Ghana Werkgroep bracht voor mij persoonlijk ook veranderingen mee en was een speciale ervaring. Ik had het voorrecht te werken met uitzonderlijke individuen, ik kon netwerken met mensen die beslissingen nemen en ik heb waardevolle toegang gekregen tot verscheidene sectoren.
Dit heeft niet alleen mijn horizon verbreed maar heeft me ook toegerust met de vaardigheden en kennis die nodig zijn om effectief bij te dragen aan de ontwikkeling van mijn gemeenschap. Ik ben bijzonder trots op mijn rol als voorzitter van het platform “Regionale vrouwen in de landbouw”. Dit stelt mij in staat te pleiten voor de rechten en invloeden van vrouwen in de agrarische sector. Deze ervaring heeft mijn betrokkenheid bij sociale rechtvaardigheid en voortdurende ontwikkeling verder versterkt.
Mijn conclusie is:
Ons partnerschap met de Ghana Werkgroep is een opmerkelijke reis geweest, gekarakteriseerd door wederzijds respect, samenwerking en een gedeelde betrokkenheid om een positieve invloed uit te oefenen. Ik ben dankbaar dat ik de gelegenheid heb gekregen om deel te zijn van deze reis en zie er naar uit om ons partnerschap nog veel jaren voort te zetten.
Hannah Bukari
Hans de Rooy, penningmeester Roder Boekenmarkt
Vrijwel dagelijks horen we noodkreten om hulp aan mensen buiten onze grenzen die hun bestaan, gezondheid en leven dreigen te verliezen. Die hulp is uiteraard nodig maar lost vaak de oorzaken niet op zoals rivaliserende groepen, politieke twisten en machtsstrijd. De slachtoffers daarvan zijn burgers die daar zelf geen invloed op hebben en niet worden geholpen door plaatselijke overheden.
Ook aardbevingen, droogte en overvloedige regen leiden tot rampzalige situaties. Geen wonder dat zo velen dan op de vlucht slaan en vervolgens afhankelijk zijn van noodhulp.
Ook in het noorden van Ghana is hulp nodig maar de situatie is anders. Om economische redenen trekken er inwoners naar de kuststeden maar in de dorpen blijken er desondanks mogelijkheden om de leefsituatie structureel te verbeteren. Die structurele verbeteringsmogelijkheden hebben onder meer betrekking op de watervoorziening en bestaansmogelijkheden op basis van kleinschalige ambachtsproductie, landbouw en veeteelt.
De ideeën daarvoor komen van de plaatselijke bevolking. De samenwerking met hen bestaat uit het uitwisselen van die ideeën en hulp in de vorm van veelal bescheiden startkredieten. Dat gaat uiteraard niet altijd goed maar het zijn geen bodemloze putten en initiatieven gaan veelal daarna op eigen kracht door.
Hans
Ingrid Swint, voormalig werkgroep lid
In de loop van de jaren 90 is er steeds meer persoonlijk contact met mensen uit Ghana die bij de projecten betrokken zijn en natuurlijk is internet en de mobiele telefoon een grote vooruitgang voor iedereen.
Het aantal projecten, die door de werkgroep werd ondersteund is divers. In 2008 en 2011 mocht ik samen met andere leden van de werkgroep voor de Ghana werkgroep een aantal van deze projecten persoonlijk bezoeken. We werden beide keren heel gastvrij ontvangen. We bezochten kinderhuizen, scholen, huisprojecten, maar ook een landbouwproject en nog meer.
In de loop van de jaren is het aantal projecten gegroeid. Sommigen konden zelfstandig verder en functioneren nog steeds. Maar er waren ook kortdurende projecten. Fijn, dat de werkgroep zo’n lange tijd deze manier van werken in het noordelijk deel van Ghana heeft kunnen doen, want als ik dit schrijf is het 2024.
Dus een 40 jarig jubileum van de Ghana werkgroep, die ooit gestart is als Werkgroep Ontwikkelingssamenwerking.
Ingrid Swint
Jan Aukema, medereiziger in 2008
In 2008 is het heel droog en heet in het armoedige hoge noorden van Ghana. Ik ben op stap met leden van de Ghana werkgroep om hun projecten boven Bolgatanga te bezoeken.
Het is meer dan interessant, het is een belevenis. Meer dan 700 vrouwen verwelkomen ons al dansend onder enorme Baobab bomen. Ze dansen met alle delen van het lichaam. De heupen, armen, benen, borsten en billen schudden en trillen. Het zijn arme vrouwen, maar wel heel sterke trotse vrouwen. Velen hebben een teken op hun voorhoofd waaraan je kunt zien van welke stam ze zijn. Een teken afkomstig uit de slaventijd.
De Ghanagroep financiert hun vrouwencentrum en daar zijn ze heel blij mee. Het is vrouwen in hun kracht zetten. We bezoeken o.a. microkredietprojecten, een waterput, een lagere school en een lokale chief. Onderwijs en smartphones brengen de buitenwereld binnen en hun situatie verandert.
De binding van jongeren aan de regio is niet eenvoudig. Met wat euro’s kun je daar veel doen voor leefbaarheid en werkgelegenheid.
De Ghanagroep doet goed werk voor een goede doelgroep. Geen wonder dat de werkgroep 40 jaar bestaat. Hulde aan het bestuur, een voorbeeld van duurzaamheid.
Jan Aukema
Klaas Smid Burgemeester gemeente Noordenveld
In Nederland was het deze zomer af en toe flink warm. We hadden zelfs een paar tropische dagen. Hitte kan ongemakkelijk zijn, maar we kunnen verkoeling zoeken bij het water, in het bos, thuis bij een ventilator. Of we gaan even langs de supermarkt voor frisse drankjes en vers eten.
Hoe anders is dat voor mensen in Afrika – nog steeds het armste continent ter wereld. Waar extreme hitte in sommige delen jaar in jaar uit zorgt voor mindere oogsten met honger en sterfte als gevolg.
Grote bewondering heb ik voor de Ghana werkgroep uit Roden, die zich al 40 jaar inzet voor de bevolking in het noorden van Ghana. Daar waar het leven vooral over overleven gaat. Waar veel mannen en jongens wegtrekken, met als gevolg dat veelal de vrouwen en kinderen achterblijven.
Met de ontwikkeling van activiteiten dragen ze een steentje bij om de armoede daar te bestrijden en de bewoners een menswaardiger bestaan te geven. Ze maken letterlijk en figuurlijk een wereld van verschil voor anderen.
Bovendien laat het zien dat je door samen, hard werken en vastberadenheid, vooruitgang kunt boeken.
Gefeliciteerd met deze indrukwekkende mijlpaal en bedankt voor jullie voortdurende inzet.
Met oprechte waardering,
Klaas Smid
Burgemeester gemeente Noordenveld
Marjolein Reijners werkgroep lid
Vier maanden optrekken bij een Ghanese familie heeft mij gebracht dat ik vaker durf te geven wat ik kan missen. Het kwam zo: een kind leed aan malaria en dreigde zonder medische hulp het niet te redden. Ik vroeg aan Hannah, de vrouw onder wiens hoede ik in het dorp verbleef, ‘hoeveel geld is er nodig’? Waarop ze zei “geef wat je kan missen”. Voor mij een haast onmogelijk antwoord, want wat kon ik missen?
Ik had in Nederland meegekregen spaarzaam en bedachtzaam om te gaan met geld. Altijd wat achter de hand houden voor mogelijk onverwachte situaties en spreiden van uitgaven. Zeker een verstandig uitgangspunt, maar het hielp mij niet bij de beslissing over wat ik kon missen? Dus restte mij mijn intuïtie te volgen. Ik pakte maar wat geld uit mijn backpack en dat bleek gelukkig genoeg om het kind bij een arts te brengen en medicijnen te kopen.
Dat ik blijf verkennen wat ik kan missen, breng ik mezelf graag regelmatig in herinnering. Zo probeer ik te ontdekken wat mijn medemens, dichtbij of veraf, overkomt. En op basis daarvan besluit ik wat ik voor de ander zou kunnen betekenen.
Marjolein Reijners
Margriet Ter Horst Stichting Vrienden van Pandipieri
De vraag
“Hoe belangrijk vind jij het, dat de Ghana werkgroep haar jubileum wel/of niet viert?”
Werd door de Ghana werkgroep aan de groep Pandipieri vrienden in Nederland, actief voor Pandipieri/de Kisumu Urban Apostolate Program(KUAP) Kenia, gesteld.
Ook wij vieren dit jaar ons jubileum. Als devies voor onze jubileum – vrienden dag hebben wij gesteld, dat :
Wie een jubileum viert, bouwt aan de toekomst.
Hoe wij aan de toekomst bouwen? De wijze waarop wij en de mensen in Kisumu contact houden groeit door de eeuwen heen. Was het in ons geval eerst de missie, daarna ontwikkelingshulp en vervolgens ontwikkelingssamenwerking.
Door de mogelijkheid van reizen en de digitale wereld gebruiken via sociale media is er veel aan het veranderen.
Graag zet “ de vrienden van Pandipieri “ zich in om verder te ontwikkelen in vriendschap. Dat betekent de keuzes van de vrienden daar te respecteren en te eerbiedigen. Wij zijn niet alleen hulp gevend, wij kunnen ook openstaan om veel van hen te leren.
Onder de vraag om geld ligt een andere diepere vraag waar we naar kunnen luisteren. De uitdaging om te luisteren met je hart.
Ontwikkelen doe je zelf, niet alleen, maar samenwerkend. En het leven vierend!
Dus vier je jubileum!
Namens de Stichting vrienden van Pandipieri
Margriet Ter Horst
Lydia en Renske, medereizigers in 2014
Wij hadden het voorrecht om twee weken door Ghana te mogen trekken om de projecten van de Ghana Werkgroep Roden te bezoeken.
Vooraf hadden we ons daar een voorstelling van gemaakt. We verwachten zware omstandigheden en daardoor zwaarmoedige mensen die keihard moeten werken voor nagenoeg niets. Dat klopt deels, maar wat ons heel erg heeft verrast was hoe vriendelijk de mensen waren en optimistisch, vrolijk, relaxed en bereid alles, hoe weinig dat ook was, te delen. Met elkaar en met ons. En hoe ze leven op het ritme van de natuur. Daar kunnen wij nog heel veel van leren.
Het was mooi om te zien hoe ze met slechts een klein beetje hulp in staat waren om zelf goed lopende bedrijfjes op te zetten. Hoe een bakbromfiets, gedoneerd om gefokte biggetjes te kunnen vervoeren naar de markt, ook werd ingezet als ziekenvervoer.
Maar we hebben ook gezien dat de basisomstandigheden voor een project goed moeten zijn. Het bomenproject waarbij jonge shea-notenboompjes werden geleverd was in eerste instantie geen succes omdat de oude waterput was ingestort. Ondanks deze tegenslag zijn de mensen blijven geloven in het succes van de boomgaard. Nadat een nieuwe waterput was geslagen sloegen de jonge boompjes wel goed aan.
Door als hulporganisatie een vertrouwensband op te bouwen, goed in rechtstreeks contact te blijven en te vragen wat mensen nodig zijn, kun je samen een goede inschatting maken wat er nodig is om plaatselijke projecten tot een succes te maken.
Samen delen we de wereld en samen werken we naar een betere toekomst.
Een volmondig JA op de vraag of ontwikkelingssamenwerking van deze tijd is.
Lydia en Renske
Rex Asanga, directeur CESRUD Projectleider in Sumbrungu
In juni 1995 kwam ik naar Nederland om een cursus Tropische Landbouw op de Internationale Landbouw Hogeschool Larenstein in Deventer te volgen. Cordaid heeft mijn studie betaald. De opleiding in Deventer heeft mijn kennis en vaardigheden wat betreft Tropische Landbouw geweldig verbeterd en heeft een positieve invloed gehad op mijn werk als Landbouw Ontwikkelings Coördinator van het Katholiek Diocees in Navrongo-Bolgatanga. Tijdens deze studie kwam ik in contact met de Ghana werkgroep Roden, dat leidde tot een langdurig contact met mijn plaatselijke organisatie CESRUD, Center for Sustainable Rural Development, een op de gemeenschap gebaseerd Centrum voor Duurzame Plattelandsontwikkeling.
Het partnerschap en de daaropvolgende samenwerking tussen de twee organisaties had een enorme impact op de inkomens en het levensonderhoud van de doelgroep bestaande uit plattelandsvrouwen. Het tilde velen van hen en hun families op uit extreme armoede.
De werkgroep ondersteunde verscheidene economische activiteiten en projecten van deze vrouwengroepen in plattelandssituaties in Noord/Oost Ghana, vooral in Sumbrungu, Bongo en het Nabdam district. De impact van de ondersteuning uit Roden is onschatbaar en heeft geleid tot duidelijke verbeteringen in het inkomens niveau van deze vrouwen gedurende de jaren en heeft hun bijdrage aan de voeding en het levensonderhoud voor het hele gezin, de gezondheid en de opvoeding van hun kinderen verbeterd.
Via een kredietregeling ingesteld door CESRUD met ondersteuning van de Ghana werkgroep, bracht SUBWA, (Sumbrungu Business Women Association), een eigen organisatie, waarin de vrouwen zich organiseerden, 80 vrouwengroepen op de been, met zo’n 2000 leden. De kredieten werden gebruikt voor inkomens genererende en landbouw activiteiten. De vrouwen hebben hun organisatie- en leiderschapscapaciteiten opgebouwd aan de hand van business, leiderschap en management training en onderwijs in genderbewustzijn.
Veel van deze vrouwen zijn opgeklommen van op kleine schaal dieren fokken tot het beheren van kleine winkeltjes.
Het Vrouwencentrum, ( Sumbrungu Business Women ’s Resource Center), gebouwd met fondsen van de werkgroep, blijft een symbool van trots en vrouwenemancipatie in de gemeenschap. Het speelt een belangrijke rol in het mobiliseren van de vrouwen om beslissingen te nemen over collectieve acties om hun belangen te beschermen.
Het realiseren van 38 huisjes voor arme en behoeftige mensen is een permanent signaal voor deze gemeenschappen, dat de samenleving een verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van hun buren die zorg nodig hebben.
De betrokkenheid van de werkgroep in Sumbrungu, Bongo en Nabdam heeft een heel positieve invloed (gehad) op de levens van de vrouwen. Daarom zijn zij verdrietig dat na de viering van het 40-jarig bestaan de groep niet veel langer zal blijven bestaan om het werk dat zij doet voort te zetten.
Rex Asanga, directeur CESRUD
Stichting Bondeko, Jan Aukema
Naast het werk als trainer en organisator van plattelands-ontwikkeling in het noorden van Uganda heeft Theo een eigen biologische educatie boerderij.
Stichting Bondeko financiert in zijn woonplaats Kayunga een lagere school voor 300, kansarme, kinderen. De ouders kunnen het bedrag van goed 200 euro per kind per jaar niet betalen. Op een lege maag kan een kind niet zinnig leren. Een warme maaltijd, een basis van medische verzorging en contact met de thuissituatie zijn al randvoorwaarden. Kwaliteitsonderwijs met goede leermiddelen, goede onderwijskrachten en een goede aanpak maken het verschil. De school is vernieuwend en wil ook een goed voorbeeld zijn voor de omgeving. Dat werkt. Kinderen gaan glimlachen als ze als kind in hun kracht en talent worden gezet. Dat maakt een bezoek aan de school altijd heel bijzonder, ondanks de problemen die er dagelijks ook zijn. Theo Groot zit er met de neus bovenop.
Goed onderwijs is een heel sterk middel om het verschil in een ontwikkelingsland te maken.
Als Bondeko moeten we elk jaar 30.000 euro bij elkaar zien te harken om de totale schoolkosten van 80.000 euro per jaar te kunnen financieren. Het is voor ons een groot bedrag om de 300 leerlingen goed onderwijs te kunnen geven. In Nederland betaalt de overheid 6000 euro per kind voor het basisonderwijs. Met onze Bondeko bijdrage zouden we vijf kinderen in Nederland kunnen financieren. In Uganda 300 kinderen.
Naast de school is er nog de boerderij, het stoepwerk van mensen die opeens in de knel komen en bijdragen aan vervolgonderwijs na het basisonderwijs. Onze bijdrage is dus heel veel waard in Uganda. Gelukkig is er een rijke sponsor die ons helpt, mits wij ook ons best doen.
Wij doen het met een achterban aan vaste donateurs en verder vrije giften, met kleine acties als jam verkoop en kerstkaarten verkoop. We hebben een informatieve website en de brochure Amahoro. Die verschijnt meestal vier keer per jaar en is inmiddels toe aan het 87ste nummer. De voorspoed en rampspoed delen we met onze achterban van donateurs. Ook te volgen op onze website. Kijk, lees en oordeel zelf.
Suzanna Lauwerse, Vastenactie Nederland
“Is ontwikkelingssamenwerking nog van deze tijd?”
“Hoe kunnen we achterover leunen als anderen honger lijden, dorst hebben of ziek zijn? Daarom willen wij meewerken aan een wereld waarin iedereen, waar dan ook, een goed leven kan leiden. Een wereld waar mensen zelf beschikken over de mogelijkheden om dat te realiseren.”
We werven in Nederland om vervolgens wereldwijd vele kleinschalige ontwikkelingsprojecten te steunen. Deze projecten zijn voor iedereen, ongeacht religie, sekse of afkomst. Onze partners in Nederland zijn parochies, scholen, MOV’s en individuen die met heel hun hart goed willen doen.
We vragen in Nederland aandacht voor de omstandigheden waarin mensen ver weg leven. Wij vinden een bewust zijn van de wereld waarin we leven, in Nederland, en de gevolgen daarvan voor anderen, minstens zo belangrijk.
Door iets van onze overvloed te delen, kunnen we het leven van andere mensen verbeteren: even minderen voor een ander.
Daarom kiezen wij zeer zorgvuldig onze partners overzee uit, hun projecten bespreken we met hen en we proberen mee te denken vanuit hún invalshoek.
Wij geloven in de kracht van de mens ín zijn gemeenschap. Daarom is het ondersteunen van gemeenschappen en groepen mensen op weg naar een gezond, waardig en solidair bestaan, een zwaartepunt in onze projecten. Zij zijn aan de leiding, wij ondersteunen. Wij leren van hen.
Mensen ver weg ondersteunen in hun basisbehoeften zoals water, veilig voedsel, onderwijs en gezondheidszorg is veel aanwezig in ons projecten pakket. Maar ook het ondersteunen van mensen in het bereiken van hun rechten en het veranderen van sociale structuren is een doel. De rechten van de natuur weerklinkt steeds sterker in wat we doen. Zicht houden op het leven dat kwetsbaar of onzichtbaar gemaakt wordt, is daarbij ons doel. Ons aller huis dient voor allen veilig, waardig en in vrede te zijn.
Ontwikkelingssamenwerking is dit alles, wij zien een verschuiving van ‘helpen’ naar ondersteunen, van schuiven van onze machtige Europese rol naar meer nederigheid en gelijkwaardigheid met de mensen overzee. Erkenning van een eurocentrische rol binnen Ontwikkelingssamenwerking hoort daarbij. Wij zijn allen op een lerend pad, met elkaar. En elkaar vasthoudend, willen we verder, voor elk mens, elk dier, elke plant, voor een klimaat waar elk leven waardig is. We vieren daarom elke inzet voor elkaar, voor de Ander.
Suzanna Lauwerse, Vastenactie Nederland